Bouw en verbouwing, welstand
Let op!
Informatie op deze pagina kan verouderd zijn vanwege de overgang naar de Omgevingswet per 1 januari 2024. Wilt u iets veranderen aan uw huis, tuin, bedrijf of omgeving? Dan kunt u contact opnemen met team Bouwen & Wonen of u daarvoor een vergunning nodig heeft, een melding moet doen of informatie moet aanleveren aan de overheid. Als dat het geval is kunt u dit via het Omgevingsloket indienen.
Kijk voor meer informatie op www.wierden.nl/omgevingswet of neem contact op met team Bouwen & Wonen via: bouwenenwonen@wierden.nl of 0546 - 58 08 38.
Wat is het?
Als u een omgevingsvergunning hebt aangevraagd voor een bouw of verbouwing, kan de gemeente uw aanvraag voorleggen aan de welstandscommissie. Deze commissie bekijkt:
- hoe het gebouw er na de bouw of verbouwing uit komt te zien
- welke materialen er gebruikt worden
- of uw bouwplan past in de bestaande omgeving of bij andere bouwplannen in de omgeving
- of uw bouwplan voldoende kwaliteit heeft
De eisen die de gemeente aan een bouw of verbouwing stelt, kunt u bekijken in de welstandsnota van de gemeente.
Dorpsbouwmeester
De beoordeling wordt in de gemeente Wierden gedaan door een onafhankelijke deskundige; de stadsbouwmeester. Vervolgens adviseert deze stadsbouwmeester het gemeentebestuur hierover. Stadsbouwmeester is een wettelijke benaming. In Wierden wordt de term dorpsbouwmeester gebruikt. De dorpsbouwmeester gebruikt een welstandsnota als uitgangspunt voor de te toetsen bouwplannen.
Welstandsnota
De welstandscriteria in de welstandsnota vormen in de eerste plaats een vangnet en dienen om bouwplannen die het aanzien niet waard zijn, uit de gemeente te weren. Dat is formeel de bedoeling van het welstandstoezicht. Maar veel liever zien we bouwplannen waarbij de welstandscriteria worden gebruikt als opstapje, als middel om na te denken over de schoonheid van het bouwwerk in zijn omgeving.
Hoe werkt het?
Gebruik van de welstandsnota in de praktijk
Als u wilt weten wat de welstandscriteria voor uw bouwplan zijn, kunt u eerst kijken of het bouwplan valt onder 'criteria voor kleine bouwwerken'. Mocht dit niet zo zijn dan kunt u kijken naar de criteria die zijn opgenomen in het betreffende welstandsgebied en/of in de objectgerichte criteria. Ook is het mogelijk dat uw perceel valt in een van de welstandsvrije gebieden. Om toch een handvat te geven voor ontwerpers zijn er wel gebiedskenmerken voor de welstandsvrij gebieden opgenomen welke als naslagwerk kunnen worden gebruikt.
Criteria voor kleine bouwwerken
Voor een aantal kleinere bouwwerken is geen omgevingsvergunning meer nodig. Omdat er in een aantal gevallen nog wel een vergunningplicht bestaat zijn voor deze wat kleinere bouwwerken criteria opgenomen. Voor de volgende typen veel voorkomende kleine bouwplannen zijn heldere en meetbare eisen opgesteld:
- dakkapellen;
- bijbehorende bouwwerken, tuinhuisjes, overkappingen;
- gevelwijziging;
- gebouwtjes voor algemeen belang;
- schuttingen.
Voor een dakkapel bijvoorbeeld - mits deze niet vergunningsvrij is - volstaat het om kennis te nemen van de desbetreffende welstandscriteria. U kunt bij het loket Bouwen en wonen navragen of er in uw straat een 'standaarddakkapel' als trendsetter is aangewezen. Met deze informatie heeft de planindiener voldoende gegevens om een dakkapel te realiseren die voldoet aan redelijke eisen van welstand. Als u een andere (afwijkende) dakkapel wilt, dan kunt u (liefst via de ontwerper) daarover in overleg treden met het loket Bouwen en wonen.
Hierbij wordt opgemerkt dat deze criteria niet gelden voor situaties bij of aan monumenten.
Andere bouwplannen
Voor alle bouwplannen die niet vergunningsvrij zijn gelden de gebiedsgerichte welstandscriteria en indien van toepassing de criteria voor specifieke bebouwingstypen. Het zijn geen absolute maar relatieve welstandscriteria die ruimte laten voor interpretatie in het licht van het concrete bouwplan. Die interpretatie kan in een vroeg stadium al onderwerp van gesprek zijn met de dorpsbouwmeester. Dit wordt zeker aanbevolen bij twijfel of grote afwijkingen van de criteria.
Hoe vind de welstandstoetsing plaats?
De welstandstoetsing is opgesplitst in twee manieren:
- de toetsing voor de kleinere bouwwerken wordt op grond van de KAN-bepaling in principe ambtelijk afgehandeld;
- de toetsing voor de overige bouwwerken wordt in principe door de dorpsbouwmeester afgehandeld.
Toetsing kleinere bouwwerken
De kleinere bouwwerken worden ambtelijk getoetst. Dit scheelt tijd tijdens de procedure. In enkele gevallen kan het zijn dat een bouwwerk niet voldoet en alsnog aan de dorpsbouwmeester voorgelegd moet worden. In de volgende situaties zal een plan in ieder geval voorgelegd moeten worden:
- Bij twijfel over de toepasselijkheid van de criteria of in bijzondere situaties.
- Indien de toetsing niet leidt tot een positief advies.
- Indien de aanvrager daarom verzoekt.
- In geval van bezwaar, beroep of verzoek om heroverweging.
- In geval van een beschermd monument en/of een beeldbepalend/karakteristiek pand.
Toetsing van andere bouwplannen
Alle overige plannen moeten worden voorgelegd aan de dorpsbouwmeester. De dorpsbouwmeester beoordeeld de meeste plannen zelf. Bij grote of ingewikkelde plannen schakelt de dorpsbouwmeester adviseurs binnen de gemeente in. Omdat de dorpsbouwmeester volledig verantwoordelijk is voor de welstandstoets heeft invloed op de snelheid van de toetsing.
Wat moet ik doen?
Zodra de gemeente u laat weten of u een omgevingsvergunning krijgt, weet u ook of uw bouwplan voldoet aan de welstandseisen.
Weet van tevoren of uw bouwplan voldoet
- Als u van tevoren wilt weten of uw bouwplan voldoet aan de welstandseisen, vraagt u een vooroverleg bouwen aan via het Omgevingsloket. In het Omgevingsloket wordt het vooroverleg bouwen ‘contact met het bevoegd gezag’ genoemd.
- Op verzoek wordt hier ook het voorlopige oordeel aan de welstandscommissie in meegenomen.
Wat heb ik nodig?
- tekeningen van de gewenste bouw of verbouwing
- details over hoe het gebouw eruit komt te zien
- kleurenfoto's van hoe het gebouw en de aangrenzende bouwwerken er nu uitzien
- gegevens over de bouwmaterialen en kleuren die u wilt gebruiken
Wat kost het?
De kosten van een omgevingsvergunning zijn afhankelijk van uw bouwplannen. In de tarievenlijst die bij de legesverordening hoort kunt u precies lezen hoe de kosten zijn opgebouwd voor o.a. de welstandstoets.
Extra informatie
Bestaande en nieuwe bouwwerken moeten voldoen aan redelijke eisen van welstand. In het tijdelijk deel van het omgevingsplan blijven de huidige welstandsregels van toepassing. In het nieuwe deel van het omgevingsplan maakt de gemeente opnieuw een afweging welke regels wenselijk zijn.